Mysterious ways

Hoe moet ik dit toch noemen? Een hele zoektocht al gemaakt. De mystieke reis, Mystiek Leven, Individuatie, Heroïsche reis, de Reis van de Held, een Westerse bevrijdingsreis, persoonlijke ontwikkelingsreis, en wat al niet meer zijn langs gekomen. Het is nu toch echt de tijd dat ik helderheid krijg.

Een aantal kenmerken schrijf ik op een rijtje en hoe het zich onderscheidt van Oosterse wegen, van archaïsche wegen, van die van natuurreligies in onze tijd. Hoe ga jij heten? Ik kom er met mijn denkhoofd maar niet uit. Dan mag je zwijgen nu en geef het onbewuste het woord. Die moet eerst ruimte krijgen dus aankleden en afwassen dan maar. Met de tandenborstel nog in mijn mond klinkt er ineens “Lichtend Leven”. Een vreugdekreet, en tranen vullen mijn ogen. Dat is het, dat is het, dat is het helemaal! In verbinding met het mysterie leef je lichtend, ontstaat je pad. Het onthult zich aan je terwijl je gaat. Geen licht aan je voeten, maar in jezelf. Jij gaat verlicht, want in verbinding. Zo zie je waar je heen moet gaan. Dan ga je in vertrouwen. Zekerheid door in verbinding los te laten. Ben je niet in verbinding, dan tast je in het duister, ga je verduisterd. Dan moet je hard werken en zoek je op de tast naar zekerheden waar je je aan vast kunt houden voordat je je voeten ergens neerzet. Zekerheid door houvast op de tast.

Verbinding met het mysterie gebeurt door de stekker van je ego in  het stopcontact van je kern te steken. Hierdoor stroomt er energie door je heen en gaat je bewustzijn schijnen. De ‘one-eighty’ heb ik deze draai genoemd, de 180 graden draai. Daarna is het aan jou om de ruiten van je lantaarn schoon te poetsen. Dat is het werk dat je aan je psyche hebt te doen. Overtuigingen, projecties, trauma’s, of wat je ook belemmert kunnen opgeruimd worden. Dan kan je kernlicht, wat je essentie is, behalve naar binnen ook naar buiten toe uitstralen.

In het traject Lichtend Leven help ik je met beide: de ‘One-eighty’ en de ‘Clean-up’: in verbinding zijn, zodat je je innerlijk licht ervaart en je psyche schoonmaken, voor helder zicht en licht waar je gaat. Zo brengt de levensreis je steeds dichter bij leven vanuit de volledige potentie. Geleidelijk aan word je wie je bent, die je altijd al was maar nog niet zo goed kent. Leef lichtend, dan ga je je eigen route naar je essentie in verbondenheid.

Moeder Natuur

“Wat vind jij daar nou van”, vraag ik alsof ze voor me staat. Donderdagavond, zeven uur is het. Mijn cliënt is net naar huis. Zwaar was de sessie en ik ben moe. Geen zin in de koude hap die op me wacht. Ik ben aan warmte toe en vers.

Zal ik dat dan maar halen? Ik voel me wat bezwaard dat ik het oude eten dan weg moet gooien. Wat zou Moeder Natuur daar wel niet van zeggen. ‘Hé’, denk ik, ‘vraag het haar’. Mijn drempel naar die wereld is zo laag vandaag, dat ik me niet meer hoef te verdiepen en stel gewoon de vraag.

Ze lacht om me. “Wat dacht je van mij”, hoor ik. “Ik schep en vernietig elke dag. Zonder stroomt het leven niet. Zoveel leven wat ik maak en zoveel laat ik sterven. Je geeft aan mij terug wat ik toch heb gemaakt. Het zou zo wie zo bij mij terugkeren en vergaan. Via mij of via jou, dat is om het even. Ik houd je niet tegen.”

‘Bezwaard’ toont nu ineens zijn gelaat. Het zijn mijn ouders die spreken, omringd door de oorlogsgeneratie. ‘Zonde’ was het eten te vergooien. Er was al veel te weinig en met zoveel moeite vergaard. In overvloed verblijf ik, want niets kom ik tekort. Geen zonde is het wat ik doe, want geen tekort en geen verkwisting.

Op de composthoop schenk ik haar wat steeds nog van haar is. Ik dank haar voor haar overvloed in deze tijd en wat ik daarvan mag. Dan stap ik in mijn warme hut en eet mijn warme eten. Een ‘smile’ zie ik in de stoel opzij. “Proost”, zeg ik, “op het leven”. “Dat het je mag bekomen”, laat ze weten. “En op de dood mijn vriend”, zegt zij, “want Kali ben ik ook. Eens komt een einde aan je leven.” “En op de dood”, toost ik vrij. In haar ook geen verschrikking.

Pad, geen Pad

We hebben weet van vele paden naar het centrum van jezelf of God zo je wilt. Religies, filosofieën, de vele variaties ervan, noem maar op. Elk pad kent eigen aanbieders en predikers. Volgen, vragen ze. Maar nooit is het jouw pad. Het is een pad van een ander of van velen voor jou.

Er was geen pad. Dat is ontstaan door iemand die in verbinding met het mysterie zijn of haar weg heeft gevonden en zo lichtend voortging in het leven. Achteromkijkend zie je dan een pad. Wie aangekomen is wil zijn gelukzaligheid en inzichten graag met andere delen. Zo werd het een religie of leer. Anderen hoopten wanneer ze dit na zouden doen ook de verlangde verlichting zouden bereiken.

Er is geen pad waar je in kunt stappen om dan ineens op het goede spoor te zitten. Het pad ontstaat door in het nu in verbinding te zijn met het mysterie, met hemel en aarde, het geestelijke en het aardse. Zoals een vergrootglas waardoor de zon schijnt een brandpunt op het papier veroorzaakt, en wanneer je het beweegt er een spoor in het papier gebrand wordt, zo brand jij je pad.

Er valt dan ook niets te volgen of na te doen. Je maakt je eigen pad door in verbinding te zijn in het nu en zo je leven voort te gaan. Geen verbinding, geen pad. Stilstaan of rondjes draaien, dat doen we zo veel. Er is niets wat je na kunt doen. Volg jij het brandpad van een ander? De kunst is te ontdekken hoe je zelf in verbinding komt, hoe je jezelf als een focusglas tussen de zon en je leven brengt.

Het pad ligt altijd achter je, nooit voor je. In verbinding weet je intuïtief welke kant je op moet gaan. Afgestemd op het mysterie, hoe onlogisch soms ook, ga je voort. Op het moment dat je je voet neerzet verschijnt er vaste grond onder je voet die je draagt. Je gaat in het mysterie.

Je hoeft niet intelligent te zijn of geleerd om in verbinding te zijn. In verbinding word je wijs en leer je wat nodig is. Wat je nodig hebt word je aangereikt op het moment dat het nodig is. Het geeft je de drive om die kennis en inzichten te verwerven die je nodig hebt. Soms is dat hard werken, onderzoeken of studeren, maar je motivatie is op deze wijze hoog.

Er zijn vele mogelijkheden waarop het mysterie (het onbewuste) met je communiceert. Meer dan 20 kwam ik er tijdens mijn derde vasten tegen. Er zijn er vast nog veel meer en er ontstaan nieuwe mocht dat nodig zijn. Niemand kan uitmaken welke voor jou de meest geschikte vorm is. Elke is goed, wanneer die bij jou past. Ingevingen zijn de meest voorkomende bij mij. Voor jou is dat misschien een andere.

Lichtend leven is in verbinding met jezelf het mysterie leven. Dan brand je je eigen pad. Het enige juiste pad voor jou. De oude paden hebben iets met elkaar gemeen. Ze verhalen hoe jij met het mysterie in contact kunt komen, hoe je ermee in dialoog kunt gaan, hoe je ermee kunt samenwerken en er een verbinding mee aan kunt gaan. Elke religie of mythologie kan je hierover iets leren.

Ze laten zien hoe je de informatie die je ervan ontvangt kunt begrijpen en vertellen over het innerlijk conflict dat dan ontstaat totdat je, groter en lichter nu, het te boven komt. Zie het als onvermijdelijke groeipijn, stappen die voor elke reiziger gelden en vaardigheden die je nodig hebt om je eigen pad te maken. Je eigen ontdekkingsreis.

Ik werk met jou in het traject Lichtend Leven aan de voorwaarden om in verbinding met het mysterie te leven, je ontwikkelingsreis te gaan om zo je eigen pad te branden. Ik help je jouw vorm vinden, jouw wijze van communicatie met het onbewuste, jouw mystieke verbinding tot stand te brengen en te ontdekken hoe je, wanneer je even uit verbinding gaat, terug verbonden raakt. Zodat je zelfstandig je reis kunt voortzetten naar waar het mysterie je voert.

 

In tune

Klaar met de studie. Zo hard de berg beklommen schiet ik de top voorbij. Daar in de luchtledige ruimte kijk ik zwevend rond. Ik ben hier alleen met mijn onzichtbare vriend, het onbewuste. We hebben de klus geklaard samen. “En nu”, vraag ik in meditatie. “Stay tuned”, zegt hij terug.

De nacht slaapt niet in mij. Gloeiend heet nog van de strijd gooi ik de deuren open. Bom, bom, bom, dreunt zwaar mijn drum, door veld en bos heen stampend. Sjamanenzang, zo donker diep brengt mij terug op aarde.

De nacht kent meer gezellen. Ze zoemen om me heen. En vallen aan die jagers, heel laat en vroeg meteen. Dan maak ik ze onschadelijk en dommel weg nog even. Totdat indringend scherp de deurbel mij verschrikt. Ik heb er geen, dus iemand heeft me nodig. Wie, dat weet ik niet meteen.

De dag verloopt zo anders dan maanden studie steeds. ‘In tune’ gaat alles als vanzelf. Stuurt hier en daar me heen. Zo kom ik ook bij haar terecht en zie het al meteen. Zij is het die me riep zo vroeg. Ik ben geleid hierheen.

Wat zich ontvouwt is prachtig. Door haar verschrikking heen heeft alles zin ineens. Diep dankbaar voor dit alles stap ik weer in mijn ‘ride’. Waar vriend, ga jij me nu weer brengen? Celine zingt door de speakers: ‘I’m falling into you’. Ik val de hele dag zo door, niet wetende waarheen. Toch ben ik vol vertrouwen. Ik ben en wij zijn één.

Hantra

En profil voor me doucht ze koud. De armen gestrekt boven haar hoofd. De ogen dicht. Genietend. Prachtig haar houding. Volledige puurheid in dit moment. Lichaam, geest en ziel zo onbevangen één. Gegrift in mijn geheugen.

Onze wijzers synchroon. Zij moe van de kinderen, ik van de studie en samen naar de sauna. Ontladen, opladen. Een ander beeld van pure schoonheid raakt mijn ziel. Als een goudgolvende waaier ontvouwt haar warrige natte haar zich in het koude dompelbad. Alsof haar wezen zich ontvouwt zo onder water.

Een vrouw nodigt haar uit. “Stap ook maar binnen. Je kunt er wel bij.” Veel jonge vrouwen hier vandaag. De sfeer van sisterhood alom aanwezige. Welkom, open en vertrouwd. Een man alleen, zo geen bedreiging. Ook welkom, samen met een vrouw.

Zo toont zich meer dan anders. Twee zussen in het bubbelbad maken plaats voor ons. De eerste een pracht voor het oog, de tweede nog wat jong. Geen van tweeën zich verhullend uit bescherming of schaamte. Ze zijn gewoon en ‘Zijn’ gewoon. Dankbaar wat ik zie voorbij hun lichaam.

De bubbels bruisen om ons heen. Mijn hoofd rust op haar arm. Wat voelt er toch zo fijn? Manzijn in zachtheid gedragen, rustend in vrouwelijkheid. Eén arm is al genoeg. De mijne om haar heen. Rust ik in haar en zij in mij.

Op de bank met koffiethee kruipt ze dicht tegen me aan. Gedachteloos speelt haar hand de mijne. Zorgzaam zacht verkennend eerst. Mijn hand speelt mee. Ze dansen samen. “Hantra”, zeg ik zacht. “Hand tantra”.

Mijn hoofd rust tegen de hare. Zacht zeilt ze weg in arm en diepte. Tegenover ons in spiegelbeeld een ouder stel. Hij ziet het ook en glimlacht. De overkant streelt zijn gezicht. Hier streel ik de hare. Zo valt ze even diep in slaap.

De nacht ligt over mijn hut in de natuur. Stil staat ze op het pad ernaast. De natuur is in rust. De poorten van het sterrenhemelrijk geopend kijkt ze uit naar binnen over mars, maan en mais. Dan rijdt ze terug naar huis en kinderen om morgen weer vroeg op te staan. Haar natuur in rust, haar sterrenhemelrijk geopend. Het duurt voor ik kan slapengaan.

Lief de Stroom

Met een veeg open ik de gordijnen. Licht golft mijn huis binnen. Open raam en deur. Friszoete lucht omstroomt me, trekt naar binnen en vult mijn kamer. Liefde komt bij me binnen wanneer ik open. De permanent aanwezige levensenergie die alles doorstroomt. Golven liefde die me doorstromen, die me levend doen zijn. Hoe minder ik het in de weg leg, des te meer het mij doorstroomt.

Het stroomt niet bij hem, zag ik, en bij haar maar een klein beetje. Niet genoeg om dood te gaan en te weinig om te leven. Veel kanalisaties, door cultuur en opvoeding gestructureerde stroompjes. Geen natuurlijke flow en glow. Ik zie dammen en sluizen. “We are in control”, zeggen ze. Ik zie muren, dichtgemetselde deuren, vastgespijkerde luiken voor de ramen. Angst en sociale conventies, de stenen, specie en spijkers. God, wat een armoede. Waar zijn we bang voor?

De kracht van liefde? Angst voor het leven? Voor de kracht die je op kan tillen, je huis en haard los kan trillen? Krachtige stromen soms die wegvagen wat je hebt vastgezet. Liefde kan heftige gevolgen hebben in jou en mij.

Liefde vraagt loslaten. Vasthouden maakt het dood. Zodra je ‘van mij’ zegt wordt het afgeknepen. Vangen in een kistje, huisje, huwelijkse vorm, of wat dan ook dat remt de flow. Een vlam dooft bij gebrek aan zuurstof. Liefde stroomt. Hou je nu de stroom tegen, dan schep je in de toekomst vloedgolven en stormen. Lief de stroom, dat doet je leven!

Liefde kent geen voorwaarden. Alleen het mooie en weg met het nare? Liefde is ‘the whole package’. Licht en donker, ‘take it all’. “Ik wou juist fijn samen genieten”, zei een vriendin laatst door haar verdriet heen. Liefde omarmt. Alles mag erin zijn. Pijn en verdriet, vreugde en geluk, mooi en lelijk. Er bestaat geen onvoorwaardelijke liefde. Alsof er liefde in soorten is. Liefde is onvoorwaardelijk. Een andere soort is er niet. Voorwaarden geven vorm aan liefde. Vormen beperken de stroom en het leven.

Vormen kent liefde vele. Als water neemt het elke ruimte in die het krijgt. In een fles heeft het de vorm van een fles. In een pot die vorm. In jou krijgt het de vorm die je het laat. Liefde komt daar waar jij niet in de weg zit. Hoe meer je ego in de weg zit, des te minder stroomt het en des te beperkter de vorm. Vergis je niet: Vorm is geen inhoud. Liefde zelf heeft geen vorm. Ik ken het in vele gedaanten in mijn relaties. Van platonisch tot erotisch, verlicht of tantrisch, in tal van gradaties.

Liefde dringt niet aan, dringt niet op. Licht breekt je deuren niet, duwt geen muren om. Je kunt het binnenlaten of buitensluiten. Een beetje of veel. Liefde kent geen geweld. Het is vrede in zichzelf. Liefde respecteert de grenzen van jou en mij. “Het gaat zo makkelijk bij jou”, zei een vriendin laatst tegen me. Wanneer ze een deurtje voor me opent stroom ik binnen. Blijft die gesloten dan stroom ik daarbuiten.

Liefde is onafhankelijk. Het is niet mijn liefde of jouw liefde. Het is en doorstroomt je. Hoe meer het je doorstroomt des te meer je leeft. Des te aantrekkelijker ben je ook voor een ander. Vergis je niet: Niet jij, maar wat je doorstroomt is dat en wat dat met je doet. Jij bent medium. Pas op dat de ander zich niet vergist; in jou het potje wonderolie voor eigen kwalen ziet. Liefde houdt niet vast; dat doet het ego. Voel maar of ontvangen wordt in openheid of dat er grijpen is vanuit tekort. Liefde is. Fijn om in de stroom van een ander te zijn, maar niet te pakken. Liefde is te vinden in jezelf. Wees niet de vlinder rond het licht in een ander. Wees in je eigen licht.

Liefde delen is in liefde samen zijn. Verbinding, in welke vorm dan ook. Wat mij doorstroomt doorstroomt jou en andersom. Zo versterken we de stroom in elkaar. Golven die elkaar versterken heet interferentie in de natuurkunde. Een observatie van buitenaf. Maar van binnenuit? God wat heerlijk. Conventies en jaloezie zeggen: ‘alleen voor ons twee’. Maatschappelijke en persoonlijke zekerheid. Zekerheid is statisch. Liefde stroomt. Zekerheid begrenst liefde, soms tot stervens toe. Zoveel relaties verankerd in zekerheden, maar zonder leven.

Liefde stroomt er in mij. Ik laat het stromen. Komt binnen wanneer jij je opent. Is buiten waar jij je sluit. Omarmt alles in jou, laat niets daarbuiten. Versterken we de golven en in elkaar het leven. En of ik van je houd? Ik heb je lief in al je schoonheid en gebreken, in al mijn schoonheid en gebreken. Ik lief de liefde in jou en velen. In alle vormen en maten. Liefde ben ik trouw. Die kan ik delen.

Cursus Lichtend Leven

‘A via oculum’ klinkt er vannacht als ik wil gaan slapen. Ik lag te mijmeren over de Latijnse subtitel van mijn scriptie die niet helemaal goed voelt. ‘A via’ betekent ‘de weg’. Bij oculum denk ik aan oog, dus aan zien. De weg zien, of de weg van het zien, zou het dan kunnen betekenen.

Even later hoor ik ‘Cursu Nur Sum’. Het klinkt Latijns en niet Engels, al bedenk ik wel dat ‘to curse’ in het Engels vervloeken betekent en nursum iets wegheeft van ‘to nurse’, wat verzorgen betekent. Beide schrijf ik op. Vanmorgen zoek ik de betekenis.

Ad oculum is Latijn voor demonstreren of duidelijk aantonen. Oculus betekent oog. Je zou ‘A via oculum’ dan kunnen vertalen met ‘Een weg die zichtbaar maakt, die aantoont’. Inderdaad wil ik met mijn scriptie iets aantonen. Wat toon ik aan? Cursu betekent ‘snelheid’ in het Latijn. Ons woord ‘cursus’ is hiervan afgeleid. Nur vind ik niet in het Latijn, maar blijkt ‘licht’ te betekenen, de stof waar engelen van gemaakt zouden zijn. Een soetra (hoofdstuk) in de Koran draagt de titel Nur, wat licht betekent. Nur is ook een Arabische meisjesnaam, wat ‘verlichting’ betekent. Sum betekent ‘zijn’.

Cursu Nur Sum kun je dan vertalen met: De snelheid/cursus naar verlicht zijn. Samenvattend zeggen de ingegevingen dat ik met mijn scriptie een weg aantoon naar verlicht Zijn.

Daarin ben ik niet de eerste. De oude mystici deden dat ook en de oosterse doen dat idem. Maar de oude en de oosterse wegen zijn niet die van de huidige westerse geest. Het Westen is spiritueel gezien een ‘Derde Wereld’. Er heerst hier grote spirituele armoe. Onze zeer gewaardeerde individualiteit en onze schizofrene Westerse psyche, waardoor wij het bewustzijn hoger achten dan het onbewuste en die laatste het liefst vergeten, zorgen ervoor dat de oosterse en oude mystieke wegen niet de onze kunnen zijn. We hebben een ander vertrekpunt.

Er is een nieuwe weg nodig voor ons. Eén die individualiteit weer verbindt met de totaliteit zodat uniciteit ontstaat. Eén die bewustzijn en het onbewuste met elkaar in verbinding brengt, zodat je Zijn kunt ervaren. Eén die laat ervaren dat wat je binnen in jezelf niet kent buiten geleefd wil worden, zodat je binnen gaat oplossen en buiten je leven lichter wordt.

Daar gaat mijn scriptie over: A via oculum cursu Nur Sum. Ik breng een Westerse verlichtingsmethode aan het licht met de cursus Lichtend Leven.

Open Huis

De zon schijnt, dat wel, maar best koud op de fiets. Ik kom kuchend het hoestend thuis. Een hardnekkig grieprestant dat opspeelt onder invloed van het frisse weer.

Gauw de kachel aan binnen en een verzachtend keeltablet. Met dit vooruitzicht loop ik met de sleutel in de hand op de voordeur toe. “Entrovar”, klinkt er ineens wanneer ik de sleutel in het slot steek. Huh, hoor ik dat goed? Raar woord. Zou het bestaan? Heeft het een betekenis? Entrovar is Catalaans voor ‘opwarmen’ zegt google me wanneer ik me met een kop hete soep op de bank heb genesteld. Opwarmen, ja dat was het plan.

Er kan van alles uit het onbewuste binnenkomen wanneer je open staat. Belangrijke dingen, minder belangrijke of onbelangrijke. Een open deur maakt geen onderscheid. Wat binnen rolt, komt met een reden. Een raakvlak of verbinding. Magnetisch gewoon. En rol maar weer verder dan.

Brug der Goden

Aan welke criteria moet een begeleider van het traject Lichtend Leven voldoen? Dat is nodig om te weten, want ik moet daar zelf aan kunnen voldoen. In de theorie vind ik er 15. Odessa, een collega hypnotherapeut wil mij wel via een sessie aan een onderzoek onderwerpen.

Op 13 vragen geeft mijn onbewuste te kennen dat ik voldoe. Op 2 krijg ik een ‘ja en nee’ als antwoord. “Kan Jacques voldoende beschikbaar zijn voor de cliënten in hun ontwikkelingsproces tijdens het traject Lichtend Leven”, is de eerste daarvan. Ja, dat kan Jacques voldoende en nee, dat kan hij niet voldoende, vertelt het onbewuste. Een paradox zo lijkt het. Ja, want hij heeft er alles aan gedaan om bereikbaar te zijn en nee, want praktisch gezien is het onmogelijk altijd bereikbaar te zijn. Dat is oké, zegt het onbewuste, want je kunt niet alles ondervangen. De tweede ‘ja en nee’ komt op de vraag: “Kan Jacques de cliënt te allen tijde verband laten houden met het reële van de ervaring, met het solide aardse aspect ervan, door voortgang van het gewone dagelijkse werk?” Ja, dat kan Jacques door de vinger aan de pols te houden m.b.v. de contactafspraken die zijn gemaakt met de cliënten. Nee, dat kan Jacques niet, want hij staat niet in levende lijve naast ze de hele tijd. “Schiet ik dan tekort?” Nee, zegt het onbewuste, “hij trekt te veel verantwoordelijkheid naar zich toe. Hij moet loslaten wat buiten zijn reikwijdte ligt.” Een deel wordt door het onbewuste gedaan. Daar heeft de cliënt voor gekozen. Er is vooraf met het onbewuste gecheckt of de cliënten het traject aankunnen, dus Jacques is niet verantwoordelijk voor wat er buiten zijn bereik plaatsvindt. De vinger aan de pols is genoeg. Met de neus er bovenop niet.

Vooraf bracht Odessa me in trance naar een fijne plek. Ik verschijn daar met mijn rug tegen een molen op een heuvel en zie uit over de glooiende rijke graanvelden aan de voet van de heuvel. De lucht is helder blauw. De zon schijnt zomers. Geen zuchtje wind, geen wolkje aan de lucht. Insecten zoemen langs me heen. De wieken hangen stil. Heerlijk is het hier te zitten en te genieten. Zo ontspannen, kalm en helder ben ik. “Valt je hier nog iets op”, vraagt Odessa. “Nee”, zeg ik rondkijkend. Dan opeens zie ik dat dit landschap een afbeelding is van mijn psychische staat op dit moment: Ik denk niet, mijn molen maalt niet. Vanaf de heuvel overzie ik wat ik doe groeien, een op handen zijnde rijke oogst van goudgeel graan. Met mijn rug leun ik tegen de molen, even niets doen, niets denken, slechts aanschouwen wat er is. Ik ben zo helder als de helderblauwe lucht. Er is geen wolkje aan de lucht die het zonlicht blokkeert. Ik ben zorgeloos hier, niets vertroebelt mijn gesteldheid. En dan opeens maakt de molenwiek een halve draai. Ik grijns. Odessa vraagt me waarom. “Mijn gedachte dat dit landschap een afspiegeling is van mijn psychische gesteldheid deed de wieken even draaien”, zeg ik in trance. “Die beweging onderstreept de juistheid van deze gedachte.”

“Heb jij onbewuste nog iets aan Jacques mee te delen wat van belang is in de begeleiding van zijn cliënten”, vraag Odessa aan het eind. Ik krijg een ja. Verweerde wittige bullroarers verschijnen, in rode lijnen beschilderd met archaïsche figuren. Eén ervan is een scarabee, het symbool van wedergeboorte. De verwering vertelt dat het van generatie op generatie is overgegaan. De wittige beschildering is van dezelfde witte verf als die waarmee Aboriginals zich beschilderen wanneer ze zich ritueel verbinden met de godenwereld. Een ritueel voorwerp dus.

Als Aboriginal verschijn ik op een heuvel en zwaai mijn bullroarer rond. De vibrerende diepe bromtoon vult de ruimte en doordringt mijn ziel. Het verbindt mij mystiek met de dreamtime world. Een brug naar de goden. Ik voel de diepte van die verbinding met de archaïsche oergrond. Dit heb ik dus te doen. Me verbinden met het collectief onbewuste en de archetypische energieën die daarin huizen. Dit gaat hoger en dieper dan hypnotherapie alleen. Dit is mystiek.

Voor de Aboriginals is het geluid van de bullroarer de stem van een luchtgod die als intermediair dient tussen de goden en mensenwereld. Het beschermt de sjamaan in contact met de goden.

De Kernstaat van Zijn

“A CERN-state of mind”, popt zomaar op in mijn hoofd. CERN is het Europees laboratorium voor deeltjesfysica dat ondergronds in Zwitserland is aangelegd. Hier worden experimenten uitgevoerd in deeltjesversnellers.

Het doel van die experimenten is inzicht te krijgen in hoe de materie is opgebouwd: uit welke deeltjes bestaat de materie en wat zijn de krachten die de deeltjes bij elkaar houden. Er wordt gezocht naar die ene elementaire kracht achter de materie die alle andere kan verklaren. CERN in de ingeving gaat dan over de mogelijkheid om materie vanuit energie te creëren. Einstein formuleerde dat in de natuurkundige formule E=mc². Hierop is de uitvinding van de atoombom gebaseerd. Andersom is dat ook mogelijk, getuige de Big Bang aan de oorsprong van het heelal, waarbij alle ons bekende materie uit gebundelde energie voorkwam.

Het doorgronden van dit mysterie is het doel van CERN. Als dat lukt hebben we machtige kennis tot onze beschikking, waar de mensheid nog lang niet mee om kan gaan. Kijk naar de angst die er nu leeft omdat een dictator als de Noord-Koreaanse president beschikt over lange-afstands kernraketten. En kijk naar de bezorgdheid over de geestelijke gezondheidstoestand van de Amerikaanse president Trump die de macht heeft een nucleaire oorlog kan beginnen. Wie is het die over die macht beschikt? Jung zei eens: ‘Het grootste gevaar ligt in de mens zelf, in de eigen onwetendheid van zijn duisternis’.

Technische vooruitgang en kennis heeft de mens niet echt verbetering gebracht. We buiten de aarde uit voor eigen gewin en gemak. Omwille van ons eigen welzijn doen we anderen veel leed aan. Misschien is alleen een verlicht mens in staat om op een goede wijze met deze macht en krachten om te gaan. Dat CERN een portal opent voor duistere krachten is wellicht een fabeltje van bijgelovige mensen, maar psychisch gezien is dat precies wat er steeds is gebeurd bij nieuwe uitvindingen. Einsteins formule E=mc², bracht ons de atoombom, de vele malen krachtigere waterstofbom en neutronenbom, waarmee wij anderen, onszelf en de hele planeet kunnen vernietigen.

We openen een poort naar onze eigen duisternis, waarin alle onderontwikkelde verdrongen inhouden van onszelf wonen. Kleine en grote monsters die we niet durven, willen of kunnen aanzien, laat staan dat we ermee om kunnen gaan. Dynamiet in de handen van een met kind dat met vuur speelt. We weten niet eens wat het effect ervan is tot we erachter komen. En dan is het te laat. Dit is wat we doen, uit nieuwsgierigheid en eigenbelang. Het is geen zegen wat CERN brengt, omdat we er nog niet aan toe zijn. Kinderen zijn we die spelen met krachten die onze vermogens te boven gaan. Psychisch volwassen moeten we worden eer dat ons misschien is toevertrouwd. Verlicht als een Boeddha om niet te vallen in de duisternis van angsten, verlangens en sociale verantwoordelijkheden. Om niet te vallen in de fascinatie voor de materie. Als we onze eigen duistere energie niet kunnen beheersen, hoe kunnen we dan omgaan met macht? Klein of groot. CERN gaat over machten van kosmische proporties. Dat maakt me ‘concerned’.

‘A CERN-state of mind’, zegt de ingeving. Dat gaat niet alleen over CERN in Zwitserland, maar verwijst naar de KERN-staat van je psyche. Dat is wat Jung het Zelf noemt, je eigen kern. Dat is waar je naar op weg bent. Vanuit je kinderlijke egocentrische staat ben je op reis naar de verlichte mens die uit het Zelf leeft. Onderweg ga je al je duisternis aanschouwen, heb je ermee te dealen en het te integreren in jezelf. Nog meer krijg je te beleven op je ontwikkelingsreis. Psychisch volwassen ben je uiteindelijk wanneer je leeft vanuit je Zelf. Dan leef je vanuit de KERN-staat van je psyche.

Er zijn er die deze staat dicht naderen. Van hieruit kun je creëren zo wordt gezegd, ben je medeschepper in het grote energieveld. Zonder eigenbelang, want één met het veld. Ook al heb je het nog niet ervaren, dwaal je nog of maak je omwegen. De kernstaat van Zijn is waar we allemaal naar op weg zijn.

Beperkend denken

“Hier is het verwerven van bewustzijn een groot goed. Er zijn werelden waar bewustzijn vanzelfsprekend is. Op Reva is één van de nachtmerries …”.

Deze ingeving klinkt vannacht wanneer ik even wakker ben en mijn bovenkamer bedenkt dat ik ook wel even allerlei zaken kon oplossen nu ik toch wakker ben. ‘Kutwinkel’ zei een eerdere ingeving hierover en bedoelde ‘cut’ en ‘winkel in de betekenis van een hoek maken’. Kortom: afkappen (cut) dat automatisch gedenk Jacques en een hoek (winkel) maken. Met een bewuste ingreep je denken een halt toeroepen. Daarop laat is los en richt me op wat er in mijn binnenwereld verschijnt.

Jammer hoor dat de ingeving over Reva zo ineens stopt. Had graag gehoord wat op Reva één van de nachtmerries is. Het stopte omdat ik me bewust werd van de zinnen die ik hoorde. Trigger voor mijn bewustwording is het woord ‘Reva’ dat ik niet ken. Meteen brengt mijn denkmodus me uit contact met het onbewuste. ‘Hier’, gaat over ons leven op aarde. Dan wordt er verwezen naar andere werelden. Reva, is zo’n andere wereld.

Reva als Hebreeuwse meisjesnaam betekent ‘regen’ en in het Spaans staat het voor ‘lol’. Als Indische naam betekent het ‘zij die beweegt’ of de beweeglijke en in Polynesisch betekent het ‘kind van de zon’. Dat geeft op zich niet zoveel duidelijkheid. Het volgende spoor uit de ingeving gaat over het bewustzijn. Dat is hier een groot goed wat verworven moet worden, maar elders gewoon aanwezig. Zou ik de ingeving niet geheel goed hebben verstaan en werd er niet gezegd “Op Reva is het één van de nachtmerries”? Het, is mijn denkwereld. Klinkt logisch.

Hoe valt dit in de context van de ingeving? Reva is een beweeglijke wereld, de energetische wereld van het onbewuste. Is er dan gezegd dat het denken overal in door wil dringen om te be-grijpen en dat dit één van de nachtmerries voor het onbewuste is? Een plausibele rationele conclusie. Typisch de ‘rechtsom’ benadering van het bewustzijn deze route. De ‘linksom’ benadering van het onbewuste ligt in de ingeving die ik met mijn denken verstoorde. Het denken is één van de nachtmerries voor het stromende onbewuste. Zodra mijn ratio zich gaat bemoeien met wat er uit het onbewuste stroomt, stopt de stroming. In de ingeving stopte daardoor de zin meteen die me wilde uitleggen wat mijn ratio doet op zulke momenten.

Sorry Reva, voor de nachtmerrie van mijn onderbreking van je stroom. Ik zal luisteren wanneer jij spreekt en spreken wanneer jij luistert.

Che, che, che …, laat het aan God over

“Che, che, che …”, hoor ik zondagavond in bed. Ik maak me wat zorgen over de Hagadah, de Passover van onbewuste inhouden door mij heen. Een jaar geleden ben ik geroepen me hiervoor klaar te maken. Sindsdien is er veel aan mij gebeurd, opdat ik veilig open kan staan voor wat er door mij heen zal gaan. Met het onbewuste heb ik afgesproken dat dit op 12 december kan gebeuren. Ook nieuw voor mij, een datum afspreken met het onbewuste waarop iets kan plaatsvinden. Sinds zaterdag staat 12/12 op mijn linkerhand, om de ‘rendierkudde’, aan onbewuste inhouden die staan te trappelen om over te steken in toom te houden. Ze roeren zich sindsdien zo af en toe, herinneren me aan onze afspraak. De onbekendheid met wat me te wachten staat speelt me parten.

Mijn rationele zoeklicht tuurt in de duisternis voor me op zoek naar enig houvast. Wat heb ik nodig om de ‘grote oversteek’ goed te doorstaan. Ik ken de aard van deze inhouden niet, maar ze voelen niet als iets persoonlijks. Iets collectiefs of universeels vermoedelijk. 14 uur gaat het duren is me een jaar geleden gezegd. Hoe zorg ik goed voor mijzelf tijdens dat proces? Lichamelijk, mentaal, emotioneel. Doe ik dit alleen of vraag ik iemand me bij te staan? Ik ga het zo wie zo opnemen. Waar laat ik het gebeuren? En hoe dan? Wat moet ik doen om de oversteek mogelijk te maken? Heb ik daar wel enige invloed op en kan ik controleren hoeveel er door mij heen gaat? Hoe zal mijn mentale staat zijn tijdens de oversteek? Wat is mijn rol? Ben ik ‘spaceholder’ of ben ik er ook op een ander niveau bij betrokken.

“Che, che, che …”, klinkt er ineens. Het stopt al mijn gedachten. Wat, onbewuste, wil je mijn hiermee vertellen?

`God voorziet en maakt beter`, is de betekenis van de Spaanse naam Che. Che was ook de bijnaam voor Ernesto Guevara, beter bekend onder de naam Che Guevara. Hij was een Argentijns marxistisch revolutionair en Cubaans guerrillaleider. Zijn bijnaam is in Latijns-Amerika tot een kreet geworden om iemands aandacht te trekken. Vrij vertaald betekent de uitroep ‘Che’ dan ‘he vriend’.

Drie maal klinkt de roep. Drie maal is symbolisch voor het hogere laat ik maar zeggen. In het christendom staat het voor de drie-eenheid, het goddelijke. Drie maal is in de Bijbel de handtekening van God. Nu ben ik geen christen, maar wel goed op de hoogte van de symbooltaal.

Samenvatten zegt “Che, che, che”: “Hé vriend, het hogere zal erin voorzien en voor je zorgen”.

History and Mystery

Vind ik een oude map in één van mijn boekendozen op zolder. Zit het vol met geschriften van mijn wijlen ex-schoonvader. Hij was mijn eerste leermeester. Hoe kom ik op zo’n term: ‘wijlen ex’. Hij is noch dood, noch ex voor mij.

Iedereen die ooit bij me binnen is gekomen is daar nooit meer uit vertrokken. Ook zij met wie ik het contact heb moeten verbreken zijn niet uit mij vertrokken en welkom daar. Hij beschrijft zijn levensgeschiedenis in negen pagina’s. Een intens verhaal van een Indo in de provincie Atjeh waar zijn vader in de oorlog vocht, de dood van zijn moeder en de komst van een stiefmoeder, de overplaatsing naar Java, de dood van zijn vader en een oom die de wezen onder zijn hoede neemt. Een Chinese pleegmoeder. De schoolperiode, het werk bij de marine, huwelijk, de 2e wereldoorlog tegen de Jappen, krijgsgevangenschap aan de Burma spoorlijn, oorlog van de Nederlanders tegen de Indonesiërs, tweedegraads Indonesiër worden, de bersiap, tweede huwelijk, vlucht naar Nederland in 1960, een nieuwe start in den vreemde.

De rest van de map zit vol met filosofische en spirituele bespiegelingen. Een poging om al zijn inzichten in een overkoepelend patroon te gieten. Waar dat niet ging, maakte hij het passend en daar gaat het mis. Ervaringen die niet in je denkraam passen vragen niet om persen en vervormen van die ervaringen, maar om het aanpassen van je denkraam. Soms kon hij dat, maar bepaalde fundamentele overtuigingen hield hij vast. We hebben vele uren gefilosofeerd over zijn visie en denkraam. History, his story. Hieraan kon ik me ontwikkelen. “Ik hoop dat je eens op mijn schouders zult staan”, zei hij me eens. Nu ik zijn stukken herlees kan ik beamen dat het zo is gegaan. Ik heb geleerd van zijn rijkdom en beperkingen, ben hem voorbij gegaan. Legio mappen heb ik daarna zelf volgeschreven met eigen ervaringen en bespiegelingen. Mystery, my story.

Velen heb ik een zetje gegeven of zijn als leerling een tijdje samen met mij op gereisd. Veelbelovend hun ontwikkeling. Een ‘apprentice’ zoals ik voor mijn schoonvader was, is mij nog niet verschenen. Zoals de meester verschijnt wanneer de leerling er klaar voor is, zo verschijnt de leerling wanneer de meester er klaar voor is. Ach, meester omdat ik verder ben? Ik ben aan jou gelijk, niet meer of minder vanwege de afstand die ik heb afgelegd tijdens de reis. Ik kan je er over leren als mystagoog en je begeleiden tot je zelf verder kunt. Mooie vriendschappen zijn hier al uit voorgekomen. Benieuwd wie op mijn schouders gaan klimmen.

De ontdekking van je Zelf

Spirituele dromen zijn voor mij dromen die bijdragen aan de ontdekking van je innerlijke wezen en aan de verbinding van je wezen met een transcendentaal IETS. Culturen van alle tijden hebben dat ‘iets’ diverse namen gegeven: God, Goden, Jahwe, Allah, Brahman, Kosmos, Universum, Mysterie, het AL en noem maar op.

Het vinden van je wezen en de verbinding met het IETS is van alle tijden en culturen. Het is niet alleen een persoonlijke ontdekkingsreis, het is zelfs een universeel gegeven. Er zijn dan ook veel verschillende beelden voor de universele reis van de mens in omloop. Uit het oude Griekenland kennen we de Hermesstaf met drie of meer fasen of knooppunten. Uit India komt de zittende Yogi met de zeven chakra’s. Er zijn ook systemen met negen of twaalf fasen. De piramide of driehoek is een universeel symbool voor de wordingsreis van onder naar boven. De Boeddhistische stupa verwijst naar hetzelfde, net als mount Meru voor de Hindoes. Dante’s Divina Comedia beschrijft dezelfde reis. De beeldenrijkdom is overal om ons heen; je hoeft het alleen maar te herkennen. Ook kunstenaars creëren deze beelden, vaak zonder te beseffen wat de betekenis ervan is. Voor mij persoonlijk is de Jungiaans psychologie een belangrijk kompas op deze reis. Eerst zal ik iets van dit kompas beschrijven. Daarna deel ik twee van mijn eigen droomervaringen ter illustratie.

Jungiaanse psychologie

Individuatie noemde dieptepsycholoog Carl Gustav Jung het worden wie je in wezen bent. Een belangrijk deel van Jungs psychologie gaat erover dat ons bewuste Ik, dat relaties aangaat met de omgeving, niet je wezenlijke kern is. Het bewuste Ik wordt ook wel Ego genoemd en je wezenlijke kern het Zelf. Soms ervaren we dat Zelf een moment. Het is een totaliteitservaring, immens groter dan je kleine ‘ikje’ en een intense beleving van universele verbondenheid. Wie dat heeft meegemaakt verlangt ernaar terug, gaat ernaar op zoek. De ontdekkingsreis naar je Zelf is dan begonnen. Dat moment wordt ook wel de spirituele geboorte genoemd en de reis een spirituele reis.

Vergelijkend mytholoog Joseph Campbell noemt het in zijn boek ‘A hero with a thousand faces’ de reis van de held. Ga je de queeste, dan ben jij die held en zul je in heel wat mythologische situaties verwikkeld raken, de geweldige en de gevaarlijke ‘perils of the soul’. De dromen die je begeleiden op deze reis zijn spirituele dromen. Ze zijn indrukwekkend en vaak voorzien van mythologische of bovenpersoonlijke beelden. Behalve inzicht in de persoonlijke droombetekenis is kennis van mythologische en spirituele thema’s dan ook van groot belang om de reis goed door te komen. Een reis die je voorgoed verandert.

  Monomythe: de spirituele reis of reis van de held/in

Tijdens die reis word je geconfronteerd met je ego-bindingen die je psyche gefragmenteerd houden. Blijf je erin hangen, dan heeft het leven de neiging je steeds weer in dezelfde soort situaties te brengen, totdat je door veel innerlijke of uiterlijke strijd inzicht hebt verkregen in wat je vasthoudt. Dromen geven je inzicht in je situatie en wanneer je ze begrijpt kun je sneller de keuze maken je van die ego-binding te bevrijden. Je bent dan actief deelnemer aan het wordingsproces dat zich aan je voltrekt. Dat vergt strijd, moed en jezelf trouw blijven. Telkens weer. Stap voor stap los je zo al je ego-bindingen en word je meer en meer je Zelf. Jung noemt achtereenvolgens de Persona, de Schaduw, de Anima of Animus en de Manapersoonlijkheid die in opeenvolgende fasen in je dromen verschijnen en die je hebt te integreren in je psyche. Dat is een proces van defragmentatie, van heelwording. De Persona bevat de maskers die je naar de buitenwereld opzet en waarachter je je ware ik verbergt tegen oordeel en veroordeel. De Schaduw bevat alle onderontwikkelde delen van jezelf, de weggedrukte en de nog niet gekende. De Anima is het vrouwelijk deel van je psyche en de Animus het mannelijke deel. De Manapersoonlijkheid is het ikje dat zich vereenzelvigt met zijn inzichten, het oerbeeld van de held, de profeet of de wereldhervormer. Krachten waaraan je kunt groeien of ten onder gaan. Je verbinding met je kern, het Zelf, zorgt ervoor dat je telkens de juiste aanwijzingen krijgt wat er gaande is en hoe je ermee om kunt gaan.

Synthese en transformatie

Trancewerk, spirituele dromen en visioenen brengen je indrukwekkende inzichten over je ontwikkelingsweg, de menselijke psyche en het mysterie van het leven. Ze hebben een transformerend effect en tillen je naar een hoger perspectief dan voorheen, waar these en antithese tot een synthese samensmelten. In de alchemie noemt men dit de vereniging der tegendelen. Mysteriereligies en diverse oosterse religies kunnen hier beter mee uit de voeten dan het Christendom, het Jodendom en de Islam. De eerste hebben beide gezichten van het mysterie, de lichte en de duistere, op een hoger niveau geïntegreerd. De laatste kenmerken zich door de these – antitheseverhouding, een polariteit tussen wat men goed en kwaad noemt.

Twee illustratieve droomervaringen

  1. Visioen – De Mensenpiramide, 29-12-2012

Dommelend in bed ’s morgens verschijnen er massa’s beelden en fragmenten. Ik wil ze niet vasthouden; slechts aanschouwen. Het zijn er teveel ook en ze rollen over elkaar heen als golven op het strand. Ik sta in het zand en laat de golven mijn voeten omspoelen. Dan ineens ontrolt er zich een overweldigende droom aan me. Het zwelt aan en ik ga erin mee.

Scene 1

Vier vluchtige doorschijnende mensengedaantes komen naast elkaar op mij af. Ze komen brede trappen van een piramide af. Het is alsof ze mij iets mee willen delen. Ze hebben mijn aandacht.

Scene 2

Ik vlieg over hen heen over een veld waar veel van die gedaantes zijn. Verderop staan gedaantes in groepjes bijeen. Weer verderop is het een mensenmassa van gedaantes. Ik zie de verschillende gezichten. Ze staan dicht opeen nu en houden de treden van de trap waar de eerste vier vanaf kwamen omhoog.

Scene 3

Ik zweef langs de trap omhoog. Onder mij zie ik dat de piramide bestaat uit allemaal mensen. Dicht op elkaar gepakt staan ze. Elke hogere laag mensen staat op de schouders van anderen onder hen. De hele piramide is gemaakt van mensen.

Betekenis

Scene 1: De piramide is dezelfde als het universeel symbool voor de ontwikkelingsreis van de mens dat in de loop der jaren in mij is ontstaan. Ik heb het gebeeldhouwd op een grote monoliet in de bossen waar ik gevast heb. De vier gedaantes aan het begin zijn vluchtig en doorzichtig als geesten. Zij beelden uit dat dit fragment gaat over spirituele zaken. Ze dalen af van de piramide om mij iets te laten aanschouwen. Ze komen mij dus ergens bewust van maken. De vier zijden van de piramide worden door hen vertegenwoordigd: overeenkomend met de vier elementen van de menselijke psyche die zich evenwichtig moeten ontwikkelen tot aan de top van wat mogelijk is (de top van de piramide). Vier is een symbolisch getal. De vier windstreken verwijzen naar alle kanten van de aarde. Uit de vier elementen (aarde, water, vuur, lucht) is alles opgebouwd, zo geloofde men vroeger. Ze staan tegenwoordig (en ook in o.a. de alchemie vroeger) voor de vier psychische aspecten die door de vijfde pas zinvol worden. Dat vijfde is de kwintessens of je geest die zich op het kruispunt van de vier bevindt. De vier staan in dit dagdroomfragment dan ook voor ‘alle zijden van de ‘psyche’, of dat nou de individuele, de collectieve psyche of die van de mensheid betreft.

Aarde (noord), Water (west), Lucht (oost) en Vuur (zuid)

In scene 2 krijg ik de ontwikkelingsreis van de mens in niveaus of fasen te zien.

– In het begin zie ik een veld vol mensen. Zij staan zonder onderling verband los van elkaar. Dit geeft aan dat op dit ontwikkelingsniveau van de psyche er geen overeenkomstigheden zijn in visie. Ieder ziet het mysterie van het leven vanuit eigen standpunt. Er is geen verband tussen de delen van de psyche en tussen mensen.

– Verderop staan ze in groepjes. Het vertelt dat op dit niveau er verbanden zijn gelegd tussen verschillende psychische fragmenten en tussen de visies van enkele mensen. Dit is het begin van cohesie. Er zijn al vele clusters, maar nog geen onderlinge verbanden tussen hen.

– Weer verderop zijn de clusters met elkaar verbonden tot één massa. Dit verbeeldt het niveau waarin alle psychische delen op elkaar betrokken zijn en met elkaar verband houden.

– Pas daarna verschijnt de piramide. De piramide gaat over de differentiatie in de psyche die er in de vorige fasen nog niet was. In de vorige drie fasen waren ze al wel aanwezig, maar nog onbewust, door elkaar heen. De vierdeling of verdeling in psychische functies verschijnen in de vierkante grondvorm van de piramide. Hier ben je je er bewust van geworden dat er verschillende functies zijn die elk een eigen perspectief op het geheel hebben. Hier ontstaat ook het besef dat ze elkaar nodig hebben om tot ontwikkeling en heelheid te komen. Gevoel, verstand, intuïtie en waarneming is zo’n vierdeling. Jung heeft deze gevonden en toegepast in zijn theorieën. Tegenwoordig wordt de Big Five vaak gebruikt. Of de psyche in werkelijkheid nu uit 4, 5, 6, of meer delen bestaat doet er niet toe. Het gaat erom dat ‘vier’ een symbool is voor al je psychische aspecten of elementen in balans.

– Ik zie dat de piramide is gemaakt van mensen: de universele ontwikkelingsreis van de mens is gemaakt van de ervaringsrijkdom van de mensheid. De gehele mensheid van prehistorie tot heden vormt de universele ontwikkelingsreis. Onder is het breed, want velen zijn zover gekomen in hun leven. Naarmate je hoger komt zijn er steeds minder mensen die al zover gevorderd zijn. Vandaar de vorm van de piramide.

De mensenlagen in de droom houden de treden van de trap naar boven omhoog. Dit geeft aan dat de inspanningen van onze voorouders en tijdgenoten ons de rijkdom aanleveren (de trap) waardoor de reis naar de top voor ons eenvoudiger is dan voor hen. Zij moesten elk niveau bevechten, offerden hun leven eraan op. Wij kunnen daardoor beschikken over hun verworvenheden om de reis naar boven sneller en makkelijker te maken. Dat geldt zowel voor de individuele mens, als voor collectieven en de gehele mensheid. Voor elk een eigen piramide. De individuele mens kan zijn eigen top bereiken, het punt waarop alle tegendelen van de psyche zich verenigen en een totaal perspectief opleveren. Zouden een Boeddha en een Mohammed daar voorbeelden van zijn, of een Martin Luther King, Mahatma Gandhi en Mandela? Een enkeling komt zover. Ook collectieven kunnen een stapje verder komen. Ik denk daarbij aan wat deze individuele grootheden in hun collectief hebben bereikt. King voor de zwarte gemeenschap in de VS en indirect voor de blanken, Gandhi voor India en indirect voor Engeland, maar ook voor alle koloniale en koloniserende landen, Mandala voor de zwarte bevolking van Zuid-Afrika, maar ook voor het gehele land. Cultuursprongen veroorzaken ze. Een trede hoger op hun ontwikkelingsniveau van het collectief. Elke sprong van het collectief heeft ook weer een stap in de ontwikkeling van de mensheid tot gevolg. Zo zie je dat ieder individu die de eigen top bereik ook van invloed is op de ontwikkeling van het de collectieven waaronder het valt en van de mensheid als geheel. Strijd is het. Individueel, collectief en universeel. Offers vraagt het. Die van je ego, van je eigen leven, van iedereen. Niet voor niets is de piramide een universeel symbool, een archetype.

Chichen Itza, Mexico

Ze komen me halen de vier. Ze laten me dit aanschouwen. Waarom? Ik ben het vijfde aspect, de kwintessens onderweg naar de top. De avond voor de droom vroeg ik of ik eindelijk weer eens een droom mocht krijgen die me het mysterie van het leven verder zou onthullen. Het werd dit visioen. Ik vroeg en kreeg en ben blij dat ik dit mocht zien.

Droom – Twee keer gefusilleerd, 03-12-2008

Ik sta met een stuk of tien andere mannen in een soort geul aan de voet van een stuk hoger gelegen terrein. We staan op een rij en zullen doodgeschoten worden. We staan een meter of twee uiteen. Op het hoger gelegen stuk land staat het peloton dat ons zal doden. Dat zal gebeuren met pijl en boog. Onze ‘beulen’ leggen aan. Ik weiger de blinddoek maar kijk ze niet aan, want zou nerveus kunnen worden voor het naderende gebeuren. Links van mij staat een TV aan. Daar kijk ik dan maar naar, maar stel me mentaal in op wat ik zo zal voelen. Dat wil ik bewust ervaren. Ik hoor de pezen zingen en de pijlen aan komen suizen. Ik voel ze in mijn borst inslaan en deze doorboren. Het geluid die de pijlen in mijn lichaam maken hoor ik goed. ‘Vreemd dat ik geen pijn voel’. Wanneer ik om me heen kijk, zie ik iedereen neervallen en sterven, behalve de man naast me. Zijn borst is even doorboord als de mijne. Dan kijk ik naar mezelf. Ik sta nog. Een stuk of tien pijlen hebben mijn romp doorboord. De punten steken uit mijn rug. Ik bloed en ik sta nog. Onze beulen leggen weer aan. Dit keer kijk ik ze aan. Ook deze lading pijlen treft ons beiden. We lijken wel speldenkussens, maar nog staan we en ik bloed. Ze willen voor de derde keer aanleggen, maar nu vind ik het welletjes. “Genoeg”, roep ik. “Laat me waardig sterven. Je ziet toch dat we gaan sterven? Je ziet toch het bloeden?” Ze laten ons met rust, Ik draai me om en loop traag en moeizaam weg van deze plaats. Ik bekijk mijn borst vol pijlen en zie mijn bloed stromen. ‘Ik moet toch allang dood zijn? Zoveel bloedverlies kan een lichaam toch niet aan en zoveel schade aan de organen ook niet?’ Strompelend kom ik bij een boom aan. Daar wil ik van het uitzicht zitten genieten in afwachting van mijn dood. Ik zoek steun tegen de boom. Het drukt de pijlen die door mijn rug uitsteken terug. ‘Zal ik ze er maar uithalen?’

De droom maakt een sprong. Ik loop over een landweggetje in de heuvels. Mijn pijlen zijn eruit. Ik bloed nog steeds lichtjes en loop onvast. De man die tijdens de executie naast mij stond komt naar me toegelopen. Zijn pijlen zijn er ook uit. Hij bloedt niet eens. Ik zie zelfs geen gaten in zijn kleding. Hij loopt gewoon. “Hoe kan dat? Je moet allang dood zijn! Waarom ga je niet dood”, zegt hij tegen mij. Hij snapt het werkelijk niet. Ik ook niet. Het is gewoon zo. Ik bloed ook bijna niet meer. Dan word ik wakker.

Betekenis:

Ik ben al aardig gevorderd in me meer identificeren met mijn ego. Ik ben overwegend gefocust op mijn wezen, mijn kern of Zelf. Ik word gefusilleerd. Dat betekent dat mijn overgebleven identificatie met mijn ego wordt gedood. De pijlen doden slechts de resten van mijn binding aan mijn ego. Doordat ik mij niet zo veel vereenzelvig met uiterlijke verworven- of gegevenheden (ego) en er al veel van is gesneuveld op mijn ontwikkelingsreis, valt er ook niet veel meer te doden. Ik bloed wel wat en strompel ook, maar er is geen pijn, want ik ben het niet die in mij sterft. De pijn heb ik in het verleden al gehad toen delen van mijn ego-identificatie stierven. Het bloeden en strompelen is het laatste restje ego-binding dat er nog is en sterft. Daarom kan het ook getroffen worden. Iedereen in de ‘line up’ sterft door de pijlen. Zij stellen mensen voor die zich geheel met hun ego vereenzelvigen. Wanneer je dat dan doodt, blijft er niemand over. De man naast mij blijft leven, want hij heeft geen ego-binding meer. Daarom heeft hij in de tweede scène van de droom ook geen pijlen meer in zijn lichaam, loopt hij gewoon en bloedt hij niet. Hij stelt de mens voor die zijn kern al volledig heeft bevrijdt van ego-bindingen.

Deze droom vertelt me dat voor de eenwording met mijn kern mijn laatste restje ego-bindingen moet sterven. Dat gaat me tijdelijk verzwakken (strompelen en bloeden), maar is noodzakelijk voor de laatste stap.

Het visioen beschrijft de ontwikkelingsreis van de mens, hoe die tot stand is gekomen, dat het universeel is en dat wij die individueel gaan. De droom stelt: Tijdens je reis sterven je egobindingen en word je meer en meer je Zelf, je essentie, of kern. Om de reis tot het einde te maken moeten ook de laatste restjes ego-binding gestorven zijn om zo je kern volledig te onthullen. Je zult een periode verzwakt zijn hierdoor, maar je wezenlijke kernbewustzijn blijft bestaan. Jij mens, bent de kwintessens van de spirituele reis.

 

 

Sterren uit het Onbewuste

Dromen en dagdromen.

Dieptepsycholoog Carl Jung gebruikte voor uitingen van het onbewuste de metafoor van de sterren die je overdag niet ziet door het te sterke licht van de zon. Die zon is ons waakbewustzijn. ’s Nachts, wanneer de zon is verhuld, wordt het licht van de sterren (de onbewuste inhouden) zichtbaar. Dan is de greep van het egobewustzijn verslapt.

Niet alleen wanneer we slapen verslapt die greep. Dat kan ook wanneer we wakker zijn of op klaarlichte dag. Tijdens de slaap krijgen we dromen. Overdag wanneer onze concentratie verslapt, kunnen we verdwalen in onze dagdromen. Dromen en dagdromen: twee typen sterren die zichtbaar worden. Vaak ontgaan ze ons, maar wanneer ze krachtig genoeg zijn (nachtmerries bijvoorbeeld), of wanneer de overgang van onbewust naar bewust geleidelijk gaat (dommelen, sluimeren), komen ze spontaan ons bewustzijn binnen.

Meer sterren aan het firmament

Dromen en dagdromen zijn niet de enige ‘sterren’ uit het onbewuste. Zo kan nagenoeg iedereen van zichzelf een gênante uitspraak herinneren, een ‘slip of the tongue’. Dat had je niet willen zeggen en/of het was ongepast, maar diep in je was er die onderdrukte onbewuste drang die wachtte op dat onbewaakte ogenblik om te ontsnappen. We kennen het ook onder de term ‘Freudiaanse vergissing’.

Zo zijn er nog veel meer ‘sterren’ aan het firmament. Sommige zijn helder, andere zijn zwak. De zwakke zien we meestal niet. We zijn ons er niet van bewust, maar ze zijn er wel.

De VSD bestudeert één type ster: dromen. Voor de meeste mensen zijn dit de helderste sterren aan het firmament. Willen we een breder begrip van de aard en oorsprong van dromen krijgen, dan biedt het onderzoek naar ‘andere typen sterren’ daartoe een mogelijkheid.

We staan tussen de sterren.

Groot en klein

Als vakantiegangers in een ander land zie je eerst de meest opvallende kenmerken: de hoge bergen, de diepe dalen, de steile rotsen, krachtige watervallen, het gure of hete weer. Maar wil je een totaalbeeld dan zullen je het hele gebied moeten verkennen. Dromen zijn over het algemeen de meest opvallende uitingen van het onbewuste, maar beslist niet de enige. Tijdens mijn derde vastenperiode kwam ik ruim twintig vormen tegen waarop het onbewuste me iets liet weten.

De onopvallende uitingen bevinden zich vlak onder onze voeten. Het is zo gewoon en alom aanwezig, dat je het niet bijzonder vindt. Je denkt er niet eens over na. Het is  een gegeven voor ons. We zien de bergen, maar niet de straat onder onze voeten. Als je dromen onderzoekt om de betekenis ervan te ontdekken ben je als een bergbeklimmer. Het is boeiend, uitdagend, verrassend en spannend en als je de top bereikt, heel bevredigend. Om de straat, die zo vanzelfsprekend is, als een bron van informatie te ervaren is een andere manier van kijken nodig.

Zwakke sterren

Verruil je telescoop of verrekijker eens voor een microscoop, dan ontvouwt zich het vanzelfsprekende als een even groot mysterie, zij het in andere gedaante. Waar dromen, visioenen, synchroniciteit, trance, wanen, glossolalie, en dergelijke te zien zijn als opvallende kenmerken in het landschap van het onbewuste, zijn dagdromen, ingevingen, invallen, creativiteit, ideeën, spontaniteit, intuïtie, inspiratie, fascinatie, versprekingen en dergelijke te zien als zwakke sterren. Die zwakke zijn als de straatstenen onder je voeten. Zo gewoon en alomtegenwoordig dat je niet beseft dat ze uit het onbewuste voortkomen. En toch zijn ze zo krachtig dat ze je bewuste denken en handelen aandrijven.

Vlinders en vonkjes

Die bewering vraagt een toelichting. Dat zal ik doen aan de hand van de zwakke ster ’ingevingen’. Ingevingen zijn net vlinders. Plotseling vliegen ze op wanneer je voorbij komt. Vang je ze niet, dan zijn ze zo weer uit je zicht verdwenen als vonkjes die even oplichten en weer uitdoven. Vonkjes, die wanneer je ze opvangt, koestert en bestudeert, licht brengen in een duister stukje van je psyche en vingerwijzingen zijn zoals dromen doen. Vluchtigheid is het kenmerk van ingevingen. Ze verschijnen vooral in woord of beeld, zijn kort en vaak cryptisch. Ze verschijnen meestal in de ‘twilight zone’, het gebied tussen egobewustzijn en onbewustzijn in. Bijna iedereen herkent dit land tussen waken en slapen wel.

Aandacht

Onder andere door  trance, meditatie en vasten is deze ‘staat van zijn’ bewust te bereiken. Kenmerk hiervan is aandacht. Alsof je je ogen gericht houdt op een bron, rustig wachtend tot er iets uit tevoorschijn komt. In tijden van psychische crisis verschuift ons bewustzijn ook naar een dergelijke staat van zijn. Het verschil is echter dat invallen je dan overvallen, zoals o.a. bij overspannenheid, delier, afkicken, een ‘bad trip’ of een psychose gebeurt. In dat geval is er geen sprake van bewuste aandacht en schrik je van wat er ineens naar boven komt. Dat levert desoriëntatie, verwarring of paniek op, want fysieke en psychische realiteit zijn niet meer te onderscheiden. Je kijkt rond om te zien waar die stem vandaan komt die je hoort, waar het beeld heengaat dat je ziet, waar die geur vandaan komt die je ruikt.

De meditatieve-, contemplatieve- of trancestaat is als een microscoop waarmee je ze kunt leren waarnemen. Je creëert de gelegenheid waardoor ze tot je kunnen komen. Je maakt de weg vrij door je egobewustzijn zich in de rol van waarnemer terug te laten trekken. Ingevingen die dan opkomen, fladderen vanuit het duister je egobewustzijn binnen en verdwijnen al even snel als ze gekomen zijn, tenzij je ze vangt. Bij zenmeditatie is het de bedoeling dat ze je onberoerd laten. Onderstaand gedichtje beschrijft dit fenomeen.

Een fiets kwam uit het niets
En reed mijn straatje door,
Waarna ik haar uit het oog verloor.
Op zich niet zo bijzonder.
Toch was het een klein wonder:
In mij bewoog zich niets.

                                                                                                                                      Caron, 1998

 

 

Egobewustzijn en Anderbewustzijn

Het lijkt erop dat wat diverse religies en BDE (bijna dood ervaringen) aangeven klopt, namelijk dat je bewustzijn niet ‘uit’ is wanneer je slaapt of sterft. Het verandert slechts van egobewustzijn in een ander bewustzijn. Ik  kies voor de termen ‘Egobewustzijn’ en ‘Anderbewustzijn’ in plaats van voor de oude termen ‘Bewustzijn’ en ‘Onbewuste’. Ons bewustzijn tijdens het waken lijkt overheerst te zijn door de identificatie met ons ego. Het ‘slaap’bewustzijn, is nog onvoldoende verkend. Daardoor is het te beschrijven als ‘anders dan het egobewustzijn’. Mogelijk is het Anderbewustzijn een collectief bewustzijn of een albewustzijn. In ieder geval kunnen dromen putten uit een bibliotheek met informatie: die van je eigen historie, die van je familie, je cultuur, religie, beroepsgroep, sekse, of zelfs die van de gehele mensheid en daarvoor (archetypisch). Kennis en inzichten die jij nooit bezeten hebt en die je ook niet zou kunnen weten komen zo nogal eens voor in dromen, visioenen en trancereizen. In veel culturen is deze bibliotheek bekend. Het kent vele namen, waaronder de Akasha kroniek en Morfogenetische velden. Dromen en visioenen putten hieruit. Creativiteit vindt hier zijn oorsprong. In trancesessies kun je deze bibliotheek zelfs binnengaan om antwoorden op je vragen te krijgen.

Bibliotheek

Zo’n bibliotheek raadplegen op elk gewenst moment is wat iedereen wel fijn zou vinden. Velen doen dat al met behulp van beproefde oude methoden. Zo kun je de I Tjing raadplegen, de Tarot, andere kaartendekken of de Runen. Astrologie is er ook zo één. Allemaal werken ze volgens hetzelfde principe:

  • activering van het onbewuste door het als een autonoom persoon een vraag voor te leggen;
  • het vangen van de ‘vlinders’ die daarbij opvliegen, in de vorm van het werpen of trekken van een hexagram, kaarten of runentekens;
  • het lezen van de uitleg die bij deze ‘vlinder’ hoort;
  • bezinning op het antwoord in de context van de vraag.

Vooral in het laatste punt bevindt zich een risico. Jij interpreteert de informatie die je gekregen hebt. Maar wie ben jij? Ben jij iemand die zich laat leiden door egobindingen als angst, verlangen en verantwoordelijkheden of ben jij iemand die deze bindingen heeft gelost? Zo gaat het verhaal van een koning uit de oudheid die aan de vooravond van een grote oorlog die hij zou beginnen het orakel raadpleegde met de vraag of hij zou winnen. “Een glorierijke dag voor een koning”, kreeg hij te horen. ‘Ha’, dacht hij, ‘ik ga winnen’, maar hij verloor. Het bleek echter een glorierijke dag voor zijn koninklijke tegenstander te zijn. Het orakel had gelijk, maar het verlangen van de koning had hem verblind in zijn interpretatie.

Meditatie en Anderbewustzijn

In meditatieve staat het Anderbewustzijn raadplegen werkt volgens dezelfde stappen als hierboven aangegeven, met dit verschil dat de ‘vlinders’ die naar boven komen meestal minder helder schijnen dan dromen. Daarmee bedoel ik dat ze minder woorden en beelden bevatten dan een droom of visioen. Dat levert zeer gecomprimeerde informatie op die nogal wat vraagt van de interpretator.

Interpretatie als uitdaging

Ingevingen zijn gecomprimeerd, kunnen uit een brede range van culturen en tijdvlakken stammen en worden ook nog eens bewust waargenomen. Dat maakt de interpretatie tot een uitdaging. Een uitdaging waarin je jezelf tegenkomt.

Onderzoek de herkomst van de ingevingen om hun symbolische lading te vinden. Internet is daarbij een handig hulpmiddel. Namen van personen uit de Griekse of Romeinse oudheid, mythische figuren, goden en godinnen, gewone namen van mensen, dieren en planten uit allerlei culturen en werelddelen heb ik daarmee tot hun symbolische boodschap kunnen herleiden.

Onderzoek of klankvervorming een rol speelt. Tussen de binnenkomst van ingevingen en de bewustwording ervan kunnen klanken vervormd worden door woorden uit je geheugen die erop lijken. Vervorming naar analogie met het voorgaande of navolgende woord heb ik ook ervaren. Zo hoorde ik op mijn vraag hoe het begin en einde van je menselijke ontwikkeling eruit ziet de woorden Muhammar en Muhandar. Het bleek te gaan om Muhammar en Mohandas. Het tweede woord werd onder invloed van de klank van de eerste vervormd. Ze verwijzen naar Muhammar Gadhaffi en Mohandas Gandhi. Zij symboliseren de ego-mens en de essentie-mens, de alfa en omega van de universele ontwikkelingsreis. Ook komt het voor dat woorden anders geschreven worden dan ze fonetisch tot je komen. ‘Moecher’ hoorde ik eens als antwoord op de vraag of ik mijn psychische wederhelft in mijn nieuwe liefde gevonden had. Het bleek te gaan om het Spaanse woord ‘Mujer’, wat vrouw en anima betekent. “Je hebt je Anima-maatje gevonden”, bleek het te zeggen.

Onderzoek de rol van de kritische logica. Ongeloof dat wat je zag of hoorde is zoals het bedoeld is deed mijn psyche de ingevingen associatief vervormen tot iets wat ik acceptabel vond. Wanneer ik dan na uren zoeken geen enkele match vond met de vraag die ik stelde, begon het me te dagen. Meestal lukt me het oorspronkelijke woord weer terug te halen en alsnog het antwoord te vinden. Zo hoorde ik op de vraag hoe ik moest leven ‘Escolan Govari’. Na onderzoek bleek het te gaan om de woorden ‘escola’, wat Portugees is voor school en om Gov Ari, een wereldberoemd Israëlisch dansleraar waar ik nog nooit van gehoord had. Samen vertelden ze dat ik de school van het leven zou gaan bezoeken om ‘de dans des levens’, te leren zoals die bedoeld is.

Memen

De ingevingen die ‘binnen’ komen, gewoon of in meditatieve staat, noem ik bronmateriaal of Memen. ‘Meme’ is een bestaand woord, afkomstig uit de Memetica en van de Griekse godin Mnemosyne. Mnemosyne, was de moeder van de negen muzen. De muzen verbeeldden al het weten in de Griekse oudheid. Daarmee is Mnemosyne de moeder van alle kennis. De betekenis ervan komt vrij goed overeen met de betekenis die ik eraan heb gegeven als bronmateriaal. Memen zijn moeilijk te vinden, hoewel er oneindig veel van zijn. Dit komt omdat je ze zomaar over het hoofd ziet. Je herkent ze niet als waardevol. Alchemisten noemden dit onder andere slijk en oermaterie. Het is overal en al lopen we er in rond, we herkennen het niet. De bijzondere verschijningsvormen ervan kennen we wel, zoals dromen, visioenen of ingevingen. Maar we beseffen niet dat het op elk moment van de dag bij iedereen binnenkomt. Het activeert onze gedachten, emoties en gevoelens. Zonder Memen geen gebeurt er niets in je. Kortom, het onbewuste stuurt je aan. Tijdens mijn vastenperioden en meditaties heb ik ze zien binnenkomen in mijn bewustzijn. Ik kon waarnemen wanneer ze me bewogen en waarom. Als ze binnenkomen zijn ze puur, zuiver en onbezoedeld als vers gevallen sneeuw. Maar dan gaan onze egobindingen er in de vorm van gedachten, gevoelens en emoties mee aan de haal. We lopen er overheen, spelen ermee, schuiven het terzijde omdat het ons hindert, maken er prachtige creaties van of gaan ermee bouwen en zetten er © onder.

De negen Muzen

Het is moeilijk te geloven dat ze uit het Anderbewuste voortkomen en ons handelen triggeren. We denken baas in eigen huis te zijn en hier schrijf ik nu dat dit niet het geval is, dat onze gedachten, emoties en gevoelens reacties zijn op bronmateriaal dat spontaan in ons opkomt. Memen zijn ideeën, ontwerpen, morele en esthetische waarden, vaardigheden in alle talen en al het andere dat gewoonlijk wordt aangeleerd en doorgegeven aan anderen. Je kunt ze zien als psychische genen, naar analogie met de biologische genen die erfelijkheidsmateriaal dragen in onze cellen. Ze bestaan voor zover ik heb ervaren uit de ervaringsrijkdom van individuen, groepen en het culturele erfgoed van de gehele mensheid uit alle tijden. Behalve dat ze historisch gevormd zijn, gaat hun reikwijdte ook tot in de toekomst. Plaats en tijd zijn domeinen van het hier en nu in de fysieke realiteit. Het onbewuste en haar inhouden lijken te behoren tot het transcendente ‘overal en altijd’ van de psychische realiteit. Memen uit het Anderbewustzijn zijn als de sterren aan de hemel.

We staan tussen de sterren.