Naar waar de Wind me Waait
“Hoe kom jij hier?” Blij verrast staat ze in haar deuropening. “Ja, hoe kom ik hier”, lach ik terug. Even later zitten we in haar tuin en praten het gat van vele jaren dicht. Oud collega uit het onderwijs. Zo’n acht jaar niets van elkaar vernomen.
Hoe kom ik hier? Mijn droger deed het niet vanmorgen. Balen, want ik wilde net beginnen aan de tentamenstof voor juni. Sta ik in de zon de boel te repareren als er om een uur of elf door mij heen zindert dat ik naar Groningen moet.
Geen aanleiding, geen twijfel, laat ik alles vallen en stap zo in de auto. Tussenstop in Drenthe, naar mijn bos en steen. Een bedevaartsoord voor mij. 31 was ik toen ik hier de eerste keer een week vastte. A lifechanging event. Veel is er veranderd en veel hetzelfde gebleven. De geur alleen al herken ik uit duizenden. Er zit hier nog een stukje verdriet in mij dat gezien wil worden, laat het bos me weten. “Je mag er zijn”, zeg ik. Ze komt en huilt hier in mijn armen. “Ik had je niet gezien”, zeg ik. Blij dat je er nu bent.
Door naar mijn oude school, spreek ik een paar collega’s van drie jaar geleden. Een dierbare waar ik nooit afscheid van heb kunnen nemen is er nu ook. ‘Lose end’. Als de dag van gisteren neergelegd pakken we die vandaag moeiteloos op.
Wanneer ik vertrek duikt een oud-leerling in mij op. Een zorgenkind. Ik voel dat ik naar hem toe moet, maar weet niet precies waar hij woont. Random bel ik aan bij een huis in zijn straat, of ze weten waar hij woont. Een deur opent: “Hoe kom jij hier?” Zo dus. Toeval? Ik dacht het niet.
Verdwaald in haar doolhof staat haar leven staat stil op een kruispunt. Niet wetend waarheen te gaan. Dat duurt nu al een jaar. Vandaag om elf uur riep ze haar wanhoop uit. Zo ben ik hier dus aangeland. Het gesprek is open en eerlijk. Het duurt niet zo lang of ik zie haar licht al schijnen. Ze heeft haar keuze gemaakt. De wind buiten roept mijn naam en ik stap in. “Waarheen je waait mijn vriend.”